Iets ouds, iets nieuws, iets geleends en iets blauws

Het is Kunstverein Amsterdam weer gelukt om in de kleine tentoonstellingsruimte in de Pijp een tentoonstelling te maken die in de details van de muren tot aan het tapijt helemaal klopt.

De tentoonstelling Larry Bell and Sarah Crowner, Meet Marlow Moss is niet zomaar een groepstentoonstelling, maar een gesamtkunstwerk. De tentoonstelling bevat het minder bekende recente werk van de minimalistische kunstenaar Larry Bell, een bruikleen uit de collectie van SBKM De Vleeshal van de miskende kunstenaar Marlow Moss uit 1934. Speciaal voor de tentoonstelling maakte de hedendaagse kunstenaar Sarah Crowner nieuw werk dat reageert op het werk van Bell en Moss.

De tentoonstelling past in de lijn van de programmering van Kunstverein door zich op een vergeten of onbekend oeuvre van een kunstenaar toe te leggen, die om welke reden dan ook niet in de kunstgeschiedenis of canon opgenomen is. Marjorie Jewel ‘Marlow’ Moss (1889-1958) is zo’n kunstenaar. Moss was een Engelse beeldende kunstenaar van Joodse komaf, die een relatie had met de Nederlandse auteur Netty Nijhoff. Ze heeft om verschillende redenen nooit helemaal de waardering gekregen die ze verdiende.

Haar werk is beïnvloed door het neoplasticisme, maar werd lange tijd slechts als een imitatie van Mondriaan gezien. Terwijl sommigen beweren dat Moss juist een grotere invloed had op Mondriaan had dan andersom. In de tentoonstelling is het schilderij Composition with blue surface (1934) te zien van Moss, waarin een ‘dubbele lijn’ te zien die Mondriaan van Moss ‘gepikt’ zou hebben.

Larry Bell (1939) geniet vooral in Amerika bekendheid door zijn minimalistische kunst. In Europa is Bell minder bekend. Vooral zijn glazen kubussen of ‘ghost boxes’ zijn bekend. Eeen aantal daarvan bevindt zich in de collectie van het Stedelijk Museum.
Kunstverein toont vooral zijn onbekendere late werk, waarmee een kleine alternatieve retrospectieve tentoonstelling wordt gevormd. Er is maar een minimaal werk te zien uit 1967, een kubus op een zwart vlak. Het overige werk is heel kleurig.

De enscenering van de tentoonstelling is in handen van Sarah Crowner (1974), die een setting creëert waar de werken van Moss en Bell naadloos in overlopen. Ze heeft twee grote ruimtelijke schilderijen gemaakt in een hoek Corner painting for Larry (2013), waarin de kubus van Bell in na echoën. Ze heeft ook de kleuren van de wanden geschilderd paars op een muur in de voorruimte en achterin bruin opaak waarin het werk van Bell lijkt te zweven. Ze heeft een blauw tapijt gemaakt Carpet for Marlow (2013), waarin ze de kleur blauw gebruikt die uit de reproducties van Moss ontleend zijn. Ze heeft ook een ghost version van felgele studiotafel gemaakt, die de tentoonstelling afmaakt. De tentoonstelling bestaat daarmee uit modernistische motieven, die met elkaar dialogen aangaan.

Aan de tafel kan je als bezoeker de publicatie van de tentoonstelling inlezen over Moss, die geschreven is door Riet Wijnen en ontworpen door Marc Hollenstein. De uitgave is net als de tentoonstelling op onconventionele wijze vormgegeven. Zo worden de gegevens over het leven van Moss en haar werk niet als een chronologisch verhaal verteld, maar staan er opsommingen in van details over hoe ze zich kleedde en welke opvattingen er over haar verschenen zijn. Net als de tentoonstelling lijkt de publicatie zich niet te willen binden aan de reguliere wijze hoe een catalogus vormgegeven wordt, en een carrière in beeld gebracht.

Larry Bell and Sarah Crowner, Meet Marlow Moss
Kunstverein, Amsterdam
20 April–22 June 2013